maandag 9 januari 2012

Sterke vrouwen


Hij kondigt haar aan als een sterke vrouw. Zijn moeder is een sterke vrouw geweest. Vader en moeder tegelijk. Drie baantjes had ze. Alle vijf waren ze iets geworden in de maatschappij.
‘Welke boodschap heeft u op deze speciale dag?’
‘Voor wie?’ vraagt ze. Haar ogen zoeken de camera.
 ‘Voor alle Surinaamse vrouwen,’ antwoordt hij terwijl hij in de camera kijkt. Waarom is hij niet bij de radio gebleven?
Ze had hem niet aangekeken. Eerst had ze een map op het bureau gelegd en toen de microfoon aan de kraag van haar bloes verschoven. Hij had haar uitdrukkelijk gevraagd er niet aan te komen.
Ze heeft de camera gevonden en fixeert haar blik op het grote open oog.
‘Ik heb een boodschap voor de mannen,’ zegt ze.
Met haar goed gemanicuurde nagels roffelt ze op de tafel. De microfoon registreert elke tik. Als een oordeel. Hij voelt zweetdruppels omlaag glijden, zijn hemd plakt tegen zijn rug.
‘Origineel,’ zegt hij, ‘zeer origineel.’
Terwijl ze in de camera blijft kijken, laat hij zijn blik over haar handen gaan. Franse manicure. Zijn ex-vrouw liet elke drie weken haar nagels doen. Het had hem een vermogen gekost. En zijn vrouw elke keer een vermogen aan tijd. Hij kon de nagels niet rijmen met deze drukbezette, zelfstandige vrouw.
‘Wat is uw boodschap, mevrouw, op deze dag van 8 maart?’ Hij hoopt dat hij de juiste toon aanslaat, dat ze het ontzag in zijn stem kan horen.
‘Don’t take your woman for granted.’
Hij besluit om gewoon zijn vragenlijst af te werken. Vragen stellen die je aan flinke vrouwen stelt, vragen als hoe ze als werkende vrouw en moeder hun onderneming tot bloei brengen. Vragen die in zijn keel blijven steken wanneer hij de warme aanraking van haar hand op de zijne voelt.
‘A man needs a woman.’
James Carr, hij weet het nog uit zijn radiotijd. Op één tegel dansen terwijl het meisje in zijn omhelzing zachtjes het lied meezingt. Haar warme adem in zachte stootjes tegen zijn hals. Maar één gedachte in zijn hoofd. Op zijn monitor ziet hij hoe de camera inzoomt op haar hand die nog steeds op de zijne ligt.
‘And a woman needs a man.’
Ze kijkt hem nu recht in de ogen aan, als een camera die inzoomt op zijn gedachten. God, was hij maar bij de radio gebleven.
‘Mag ik je een vraag stellen?’ vraagt ze en ze trekt haar hand terug, een brandplek achterlatend. Ze tutoyeert hem.
‘Natuurlijk, mevrouw, op deze dag mag u alles.’
Elk jaar nodigt hij een sterke vrouw uit om aan de gemeenschap over haar worstelingen te vertellen. Over haar overwinningen. Hoe ze ondanks alles haar kinderen een goede opleiding geeft. Hoe ze sterk blijft.
‘Mooi zo,’ zegt ze. ‘Do you want to know a secret?’
The Beatles, 1963, zevenenveertig jaar geleden. Het jaar waarin zijn vader wegging. Op 8 maart, de jaardag van zijn moeder. Hij zoekt naar een diplomatiek antwoord.
‘Pardon?’
‘Jullie mannen weten alles, nietwaar? Denken jullie echt dat we deze dag nodig hebben?’
Ze kijkt recht in de camera, klopt hem op zijn arm zoals je een huilend kind geruststelt.
‘Na honderd jaar praten we nog steeds over dezelfde dingen. Elk jaar dezelfde vragen, elk jaar dezelfde antwoorden. Rechten, ondernemingen, werkdagen van achttien uur. Hou toch op man. All we need is love.’
The Beatles, weet hij, 1967. 


CLAUDETT DE BRUIN

Geen opmerkingen:

Een reactie posten