zaterdag 11 februari 2012

Spiegel voor ijdeltuiten


Spiegel voor ijdeltuiten


Ik heet ook wel deur
Vergeet mij niet te sluiten
Ik ben misschien een zeur
Maar ik ben veel liever buiten

Vergeet mij niet te sluiten
Ik zag je gaan en ook weer komen
Maar ik ben veel liever buiten
Dat ene plezier is mij ontnomen

Ik zag je gaan en ook weer komen
Vreugde deed mijn glas mooi glanzen
Dat ene plezier is mij ontnomen
Je rond en rond te zien dansen

Vreugde deed mijn glas mooi glanzen
Weg glas en tedere momenten
Je rond en rond te zien dansen
Een zwaai, mijn glas aan gruzelementen

Weg glas en tedere momenten
Weg kozijn en witkanten vitrages
Een zwaai, mijn glas aan gruzelementen
Kan je geloven wat zo raar is
Weg kozijn en witkanten vitrages
Al lig ik nu op een afvalstapel
Kan je geloven wat zo raar is
Ik voel me goed ondanks alle geratel

Al lig ik nu op een afvalstapel
Ik zie zon en zoveel andere dingen
Ik voel me goed ondanks alle geratel
Als ik kon had ik willen zingen

Ik zie zon en zoveel andere dingen
Ik ben misschien een zeur
Als ik kon had ik willen zingen
Ik heet ook wel deur


 IRAIDA VAN DIJK - OOFT

Elektronisch communiceren; verslaving of noodzaak? - Essay



Je krijgt een ping bericht, net in het spannendste deel van die tori. Je aandacht verslapt, en je checkt je Blackberry even snel. Het is asociaal en onbeleefd, maar de nieuwe generatie heeft zich nu eenmaal gespecialiseerd in multitasking. Generatie Y, de twintigers en begin dertigers van deze tijd, hebben veel behoefte aan informatie, communicatie en meningsuiting. En dan het liefst snel, kort en zo vaak als maar kan. De hele wereld mag weten waar ze zijn, wat ze doen, en wat ze vandaag lusten voor het ontbijt. We hebben het echt aan de oudere generatie te danken dat de telefoons niet gebruikt mogen worden tijdens de les en in vergaderingen. Maar zodra we uit die vijfenveertig minuten durende meeting komen, grijpen we paniekerig hijgend naar onze smartphones: “Wat zijn de updates? Wie had me nodig?”.
Het heeft langer dan twee jaar geduurd voordat ik eindelijk toch nog aansluiting zocht bij deze Black Berry sekte. De tijd die ik nodig had om aan de smartphone te wennen was verrassend kort, en de ernst van de verslaving werd me allemaal duidelijk toen ik een vriendin tegenkwam in het stadion. In plaats van gezellig bij elkaar te blijven en bij te kletsen, wisselden we haastig onze Personal Identification Number uit. Uren hebben we diezelfde middag nog met elkaar zitten pingen. Binnen twee weken vertoonde in al ernstige ontwenningsverschijnselen omdat mijn dealer, de drugs niet volgens afspraak kon leveren. Ik probeerde een andere provider uit: duurder en van mindere kwaliteit, maar ik kreeg in elk geval mijn kick.
De zinspeling dat Black Berry gebruikers tot een sekte behoren is natuurlijk te ver gezocht, maar het lijkt er wel op dat het gebruik van smartphones en sociale netwerken, bij de meeste verbruikers een vorm van verslaving aanneemt. Verslaving is een dringend verlangen naar een bepaalde ervaringstoestand. Het is heel moeilijk te onderdrukken en je weet niet wanneer die “lostu” weer eens toeslaat. En als het eenmaal zover is kan je er niets tegen doen, behalve pingen, tweeten en liken. Laten we die Black Berry een keer achterwege als we in gezelschap verkeren, dan kan het er heel gezellig aan toegaan; maar op het moment dat er een natuurlijke stilte valt in het gesprek, gaan onze gedachten meteen naar onze telefoon. Net zoals bij een verslaving is de gedachte of verwijzing naar “het spul” voldoende om die onbedwingbare drang naar informatie en updates te voeden. Wanneer we in zo een fase zitten hebben we het zelfs niet door. Zoals bij elke andere verslaving, bedenken en geloven we de domste verklaringen voor ons gedrag. “Het is goedkoper”, “Het is sneller en we hoeven elkaar niet te ontmoeten om bij te kletsen, Ik kan ermee stoppen zodra ik wil. Het is efficiënt, want we kunnen onze tijd dan besteden aan andere activiteiten tijdens het pingen zoals eten, werken, en rijden”.
Het klinkt voor de onthouders waarschijnlijk overdreven en ze gaan het pas kunnen begrijpen wanneer ze ervan hebben geproefd. Face to face communiceren is leuk, maar die “switi” zit echt in het pingen. Je probeert je eigen unieke manier van praten voort te zetten op de ping. We gebruiken smiley’s, overvloedige leestekens en semifonetisch geschreven woorden. We pingen als het ware met onze hele pototo, vanuit onze buik. Al onze a mek’ sani die tot uitdrukking komt in onze spreektaal, grimassen en handgebaren zetten we zo reëel mogelijk neer.
Er is een opvallende onderlinge afhankelijkheid tussen de gebruikers van sociale netwerken. Als ik het gedrag van mijn Facebook vrienden en Blackberry contacten vluchtig observeer kan ik ze in groepen indelen. De toon van de updates en posts en de frequentie zijn heel verschillend. De toon kan uiteenlopen van pittig, zoet tot prekerig, en de frequentie verschilt van a-la-minuut, tot af en toe en zelden. Ik ben tot de conclusie dat er vier opmerkelijke hoofdgroepen zijn.
Om te beginnen, zijn er de vrienden die prekerig posten. Zij staan bekend om hun motivatie- berichtjes, religieuze teksten en hun aanhoudende roep om ondersteuning voor de dagelijkse strijd tegen mishandeling, kanker en Downsyndroom. Deze groep vrienden doet over het algemeen niet mee aan de heftige discussies. Ik noem ze de “Buffers” omdat ze hard in het midden van een crisis een herinnering posten dat “we de wereld pas kunnen veranderen als wij ons zelf veranderen”. Posts van Buffers zijn zelden origineel. Ze worden door andere vrienden getolereerd, omdat ze positief en motiverend zijn en door mede-Buffers hoog aangeprezen. Buffers hebben een gezonde lust tot het posten van updates.
De tweede groep wordt gevormd door de vrienden die altijd in happyland verkeren. Meer bekent als de “Zoetjes”. Ze zijn de vriendelijkste gebruikers van Facebook en wensen ons elke ochtend een heel fijne en prettige werkdag toe. Ze zijn begaan met het lot van een ieder en zijn de eersten die je van harte beterschap toewensen, je feliciteren met je verjaardag en virtuele dorpen bouwen. Hun toon is altijd opgewekt en vol met positieve energie. Ze doen me denken aan de oude Javaanse oma van een schoolvriendin die altijd zorgzaam en vriendelijk vroeg of we al hadden gegeten. Ongeacht het antwoord kreeg je dan steevast een bord vol lekkers toegeschoven, waarna ze tevreden terug liep naar de keuken om een verse pot eten klaar te maken. Je weet niet echt wat ze met het overvriendelijk gedrag willen bereiken maar het is leuk en het stemt je meestal goed van binnen.
Dan heb je de “Pittige tanta”: deze vrienden zijn altijd rap van tong, grappig en brutaal en hebben over alles een mening. Ze maken zich schijnbaar niet al te veel zorgen over wat anderen van ze denken, zeggen wat op hun hart ligt en bemoeien in elke discussie. Zij zijn ook degene die plotseling van uit het niets een stevige krasse odo posten, waardoor je meteen weet dat ze op oorlogspad zijn. Deze vrienden zijn net als de collega’s van je moeder die je altijd probeert te ontwijken. Ze kennen iedereen en onthouden alles, praten luid en gebruiken scherpe taal met een hand in de zij. Daar is niets mis mee, zolang ze jou niet aanvallen. Ik noem ze de “Schreeuwers”. De hele wereld weet wat ze doen a-la-minuut. Ze schijnen een heerlijk onbezorgd leventje te leiden dat bestaat uit lekker eten, YouTube video’s bekijken en websites liken. Zij zijn het die als eerste commentaar leveren op een posts van een ander en op nieuwsberichten. Het lijkt alsof ze ons constant aan hun bestaan willen herinneren, opzoek naar goedkeuring, waardering en erkenning. Hoe ze ooit hun werk gedaan krijgen is een raadsel.
Tenslotte, hebben we allemaal minimaal een ping contact of Facebook vriend die zelden van zich laat horen. Ze posten beknopte status updates, en de wereld kan alleen maar raden naar wat ze uitspoken. Af en toe nemen ze de moeite om een post te liken of ze sturen je een pir-tifi smiley als reactie op een Blackberry update. Maar over het algemeen hoor en zie je ze niet. Vergis je niet, ze zijn net zo vaak op de sociale netwerken bezig als de Schreeuwers en de Zoetjes. Ik noem ze de “Gluurders”. Ze volgens alle updates op de voet en kunnen je tot in de details vertellen wie allemaal je vrienden zijn. Het zijn deze Gluurders die regelmatig hun Black Berry's and Facebook pagina checken en dan oprechte teleurstelling ervaren als er geen updates blijken te zijn.
Als Gluurder word ik vaak bedreigd door de Pittige Schreeuwers dat ze me zullen ont-vrienden, omdat ik nooit updates geef. Aan mijn mede-Gluurders wil ik meegeven: laat je niet pakken! Zowel de Gluurders als Schreeuwers weten diep in hun hart dat we afhankelijk zijn van elkaar. De Gluurders geven de Schreeuwers en lezend oog en de erkenning waar ze zo naarstig naar opzoek zijn. Op hetzelfde moment voorzien ze in hun eigen behoefte aan informatie en de laatste nieuwtjes en ondervinden ze hun eigen erkenning in de wetenschap dat hun rol onmisbaar is. En de Buffers en Zoetjes, die zorgen voor het gezonde evenwicht in deze hectische virtuele wereld.
De vraag die me het meest bezighoud is waarom elektronisch communiceren zo aanslaat? Waarom doen we zoveel moeite om persoonlijke communicatie te vermijden om het vervolgens zo creatief als maar mogelijk na te bootsen op het internet? We brengen onze liefde, genegenheid en onze misnoegen openlijk tot uiting, zonder de behoefte te hebben aan echt menselijk contact. Een kleine groep van de gebruikers van Facebook en Black Berry houdt contact met huisgenoten via dit medium. Logisch zal je wel denken, die praten wel als ze elkaar thuis tegenkomen. Niet dus. Blijkbaar zijn we eerder bereid om een persoonlijke negatieve ervaring te posten dan dat we het bespreken met naaste familie of huisgenoten. Proberen we hiermee real life emotionele uitbarstingen te ontwijken? Kan het zijn dat deze generatie niet zo goed weet om te gaan emoties en dan de sociale netwerken als uitweg gebruikt?
In de jaren 40 deed de psycho-analist R. Spitz een opmerkelijke vondst onder zuigelingen. Spitz ontdekte dat een baby die niet op tijd aangeraakt en geknuffeld wordt, langzaam wegteert en sterft. Dit noemde hij “emotionele ontbering”. Ook gedragswetenschapper Maslow toont hetzelfde aan met de behoefte piramide. Maslow stelt dat zolang de mens niet heeft kunnen voorzien in zijn basis behoeften, hij geen aandacht en energie heeft om andere hogere behoeftes aan te streven. Laten we ervan uit gaan dat de doorsnee gebruiker van sociale netwerken is voorzien van de basis behoeften zoals: lucht, water, voeding en vervolgens: veiligheid en bescherming in de vorm van een huis. Het volgende niveau waarop men zich dan moet focussen is liefde en de behoefte om ergens bij te horen en daarna de behoefte aan waardering en erkenning. Proberen we in onze behoefte ergens bij te horen en onze behoefte aan erkenning te voorzien via de sociale netwerken?
Een sociaal netwerk is een website of een internet media applicatie die gebruikers de ruimte geeft om een persoonlijke pagina te maken. De essentie van het ontwerp van sociale netwerken is de mogelijkheid om deze persoonlijke pagina’s aan elkaar te koppelen. Gebruikers moeten elkaar bevrienden voordat zij ervaringen en informatie met elkaar kunnen delen. Sociale netwerken zijn gratis in gebruik, mits we ons daarvoor registreren. Dit geeft het gevoel van exclusiviteit. Zelfs de laatkomers, zoals ik in geval met Black Berry, sluiten ons meestal aan om ook het gevoel te hebben dat we meedoen en er bijhoren. De onderlinge afhankelijkheid onder de gebruikers van de sociale netwerken, onderstreept onze behoefte om erkent en gehoord te worden. Gewoon lid worden van Facebook is niet voldoende; om de werkelijke persoonlijke voordelen van het lidmaatschap te ervaren, moeten we afhankelijk van onze karakter, in alle stilte de updates volgen of steeds aan het woord zijn.
De oudere generatie, Generatie X, die nu in de leeftijd van dertig tot midden vijftig is, heeft nog de strenge sociale waarden en normen meegekregen van voor de tweede wereld oorlog. De meesten mensen uit Generatie X komen uit grote hechtte gezinnen, en hebben geleerd op problemen samen aan te pakken. De opeenvolgende economische crises hebben Generatie X dan ook tot harde werkers gemaakt, die geleerd hebben om twee of meerdere banen te hebben zodat ze de eerst volgende crisis altijd een stapje voor kunnen blijven. Generatie X heeft zich vanwege de omstandigheden in hun jeugd goed leren aanpassen aan veranderingen. Het was de eerste generatie die gebruik maakte van elektronica, computers en de toegang tot snelle informatie via de radio, televisie en later internet. “Time is money” is een typische uitspraak voor Generatie X.
Generatie Y, echter, is opgevoed in kleine gezinnen waarin de ouders een of meerdere banen hebben. Ze groeit op zonder de constante drukkende bedreiging van economische crises en leeft in vergelijking tot de generatie daarvoor in relatieve weelde. Van jongs af aan wordt Generatie Y via hun ouders, blootgesteld aan de nieuwe informatie en communicatie methoden en geleerd dat tijd geld kost. Ze leren heel vroeg zelfstandig te zijn en oplossingen te bedenken voor problemen. Hierdoor wordt Generatie Y dus ook minder vaak geconfronteerd met dramatische emotionele uitbarstingen die met het hele gezin besproken moeten worden. Ze ontberen de ondersteuning van oudere broers en zusters en hebben vaak het gevoel nergens bij te horen. Er is immers geen traditioneel gezinsleven waarop ze kunnen terug vallen.
Gelukkig kan de mens zich aanpassen om in zijn basis behoeften te voorzien. Het goede voorbeeld van Generatie X, om hard te werken en zelfstandig te zijn, heeft Generatie Y perfectioneert; het zijn ook harde werkers, en daar boven op heel creatief. Zo creatief dat ze het tekort aan sociaal contact hebben opgelost door een virtuele wereld te creëren, waarin je steeds je zelf mag zijn en zoveel vrienden mag maken als je maar wil. Een plek waar iedereen je naam kent, waar je altijd welkom bent, waar er altijd wel iemand is die naar je luistert. Een wereld zonder strakke regels waardoor de creativiteit niet beperkt wordt. Alles mag en niets moet, zolang het maar efficiënt en kostend besparend is. Ze hebben een nieuwe kunstvorm gemaakt van multitasking en tijd is niet alleen geld maar ook rijp voor een nieuwe revolutie. Waarschijnlijk is dat dan ook de reden waarom grote delen van de oudere generatie ook driftig meedoen aan deze nieuwe trend.
Elektronisch communiceren, geeft uiteraard niet het zelfde gevoel als echt menslijk contact, maar virtueel contact is in elk geval beter dan helemaal geen contact. Want zonder dit contact zouden we vermoedelijk langzaam weg teren. Wil dat zeggen dat onze kwellende honger naar sociaal contact hiermee is gestild? Of is onze virtuele wereld slechts een oppepper, een drugs, die op de lage duur voor meer sociale problemen zorgt dan het communicatie tekort waaraan wij nu proberen te ontspannen?

woensdag 8 februari 2012

Ode aan de vuilnisman - Compilatie 1e en 2e jaars




Fayalobi dey

Fayalobi gi den dot’wagiman
f’di  owruyari e koyr’ e kon
broko awinsi wan enkri wan
yu d’a dyonpo ef’ y’ libi sdon

fayalobi gi den dot’wagiman
pot’ wan taki na y’ dot’ baki  
de eksenpre gi un kondreman
tay wan taki n’a saka, wan taki

mi dyari krin,  mofo doro krin
m’ati e poko mi yeye sdon
wan nyun yari e koyri e kon

un hebi d’e opo, e tek’un smeri
mek’ un ter’ den man dis’ tide
tay wan taki n’a saka, wan taki.

Celestine Raalte
2 nov 2011



Compilatie 1e en 2e jaars

ODE AAN DE VUILNISMAN

Fayalobi dey

Fayalobi gi den dot’wagiman
tudewroko mmanten doro
den dot’wagi man e kon
un tyar’ den fayalobi kon

bami baki di den abani kba nyan
na dya den trowe yu, fa dat’ kan
tide  dot’wagi sa tyar’ yu gwe
fayalobi gi den dotwagiman

broko sturu dan go f’y’dan
no frede tak’ y’o abi fu tan
wroko kba, we dan go f’y dan
fayalobi gi den dot’wagiman

owru grit’griti yu  tak’taki misi
f’ kukru, n’a ten kwer’ y’ tifi so
no go kruderi nanga den man no
go nyan den man nangra leki
fa yu  nyan di fu mi, tyar’ wan
fayalobi gi den dot’wagiman

d’e opo un hebi, e tek’ un smeri
den anu e teki ala doti, den di
fu unu e tan krin, pot’ a winsi
wan fayalobi gi den dot’wagiman.

17 januari 2012
Samengesteld  door  de leerlingen.
 met Celestine Raalte.




ODE AAN EEN DING

Owru otobanti

y’e luku dundun, e tan kweki
dengemaskita dya, no prakseri
tak’ a dyadya y’ dyadya

m’e  kbri e luku fa y’e poko
te fur’mun e doro, te son opo 
y’e luku dundun

m’ o furu y’ ‘anga blaka doti
pran’ monalisa ‘anga sangrafu
na ini yu

dan m’o ferfi yu grun
dan y’ sa kba f’ e poko
yu poko na ini fur’mun.

Celestine Raalte


KLANKGEDICHT

Mi sdon ini a son e brenki
mi awarakoko fingalinga
m’e frifi en t’a kba m’o weri
en na mi fingalingafinga

den frafra geri krerekrere
nanga bogobogo anga lanpu
e gro leki trutru tru konpe
na sey a frustu broko skotu

bifo mi opo mi gorogoro
f’ bar’ tak’dyaktikakalaka
e koyri lek’ ba kownu a prasi

pakanifowru e strey lon
nanga a kayakayakaka
f’ swar’ a dyakti kakalaka

CELESTINE RAALTE

woensdag 1 februari 2012

Kunstenaar


Kunstenaar

zat om inspiratie verlegen
nieuwe look
nieuwe tijden
drastische maatregelen
geen muze
of model
geen licht
of kleur
geen doek
of penseel
video art op
kale witte muren
PopArtOpArt
eenmalig evenement







Kunstenaar 2

Hij zat om inspiratie verlegen
Gesteund op handen in
Zijn haar. Hij had geen zin
In drastische maatreg’len

Geen muze nog model
Geen doek geen penseel
Chaos was er wel. Teveel
Orde. Licht. Hij wist het wel

Zijn nieuwe look
In nieuwe tijden
Eenmalig uniek. Gekopieerd

Iets uit een boek
Men zou hem benijden
Om wat hij zelf niet had geleerd

IRAIDA VAN DIJK - OOFT


Oma


Oma

Op  mijn vorige brief
Kreeg ik geen antwoord
Oma
Slaap je?
Of is de brievenbus kapot
Oma
Ik wilde zo graag
Bij je komen
Oma
Vorig weekeind
Eigenlijk al
Heb je mijn briefje
Wel gekregen
Heeft de hond
Van buurman hem
Misschien opgegeten
Ik begrijp het niet
Oma
Je had beloofd
Terug te zullen schrijven
Zit je in de
Badkamer opgesloten
Of zit de voordeur
Klem
Heb je soms
Geen nieuwe pen
Kon je het potlood
Nergens vinden
Is papier heel schaars
Bij jou in de straat
Ik mis je
Oma
Ik wil zo graag
Bij je komen
Oma of
Koop gewoon
Een telefoon


IRAIDA VAN DIJK - OOFT