zaterdag 11 februari 2012

Elektronisch communiceren; verslaving of noodzaak? - Essay



Je krijgt een ping bericht, net in het spannendste deel van die tori. Je aandacht verslapt, en je checkt je Blackberry even snel. Het is asociaal en onbeleefd, maar de nieuwe generatie heeft zich nu eenmaal gespecialiseerd in multitasking. Generatie Y, de twintigers en begin dertigers van deze tijd, hebben veel behoefte aan informatie, communicatie en meningsuiting. En dan het liefst snel, kort en zo vaak als maar kan. De hele wereld mag weten waar ze zijn, wat ze doen, en wat ze vandaag lusten voor het ontbijt. We hebben het echt aan de oudere generatie te danken dat de telefoons niet gebruikt mogen worden tijdens de les en in vergaderingen. Maar zodra we uit die vijfenveertig minuten durende meeting komen, grijpen we paniekerig hijgend naar onze smartphones: “Wat zijn de updates? Wie had me nodig?”.
Het heeft langer dan twee jaar geduurd voordat ik eindelijk toch nog aansluiting zocht bij deze Black Berry sekte. De tijd die ik nodig had om aan de smartphone te wennen was verrassend kort, en de ernst van de verslaving werd me allemaal duidelijk toen ik een vriendin tegenkwam in het stadion. In plaats van gezellig bij elkaar te blijven en bij te kletsen, wisselden we haastig onze Personal Identification Number uit. Uren hebben we diezelfde middag nog met elkaar zitten pingen. Binnen twee weken vertoonde in al ernstige ontwenningsverschijnselen omdat mijn dealer, de drugs niet volgens afspraak kon leveren. Ik probeerde een andere provider uit: duurder en van mindere kwaliteit, maar ik kreeg in elk geval mijn kick.
De zinspeling dat Black Berry gebruikers tot een sekte behoren is natuurlijk te ver gezocht, maar het lijkt er wel op dat het gebruik van smartphones en sociale netwerken, bij de meeste verbruikers een vorm van verslaving aanneemt. Verslaving is een dringend verlangen naar een bepaalde ervaringstoestand. Het is heel moeilijk te onderdrukken en je weet niet wanneer die “lostu” weer eens toeslaat. En als het eenmaal zover is kan je er niets tegen doen, behalve pingen, tweeten en liken. Laten we die Black Berry een keer achterwege als we in gezelschap verkeren, dan kan het er heel gezellig aan toegaan; maar op het moment dat er een natuurlijke stilte valt in het gesprek, gaan onze gedachten meteen naar onze telefoon. Net zoals bij een verslaving is de gedachte of verwijzing naar “het spul” voldoende om die onbedwingbare drang naar informatie en updates te voeden. Wanneer we in zo een fase zitten hebben we het zelfs niet door. Zoals bij elke andere verslaving, bedenken en geloven we de domste verklaringen voor ons gedrag. “Het is goedkoper”, “Het is sneller en we hoeven elkaar niet te ontmoeten om bij te kletsen, Ik kan ermee stoppen zodra ik wil. Het is efficiënt, want we kunnen onze tijd dan besteden aan andere activiteiten tijdens het pingen zoals eten, werken, en rijden”.
Het klinkt voor de onthouders waarschijnlijk overdreven en ze gaan het pas kunnen begrijpen wanneer ze ervan hebben geproefd. Face to face communiceren is leuk, maar die “switi” zit echt in het pingen. Je probeert je eigen unieke manier van praten voort te zetten op de ping. We gebruiken smiley’s, overvloedige leestekens en semifonetisch geschreven woorden. We pingen als het ware met onze hele pototo, vanuit onze buik. Al onze a mek’ sani die tot uitdrukking komt in onze spreektaal, grimassen en handgebaren zetten we zo reëel mogelijk neer.
Er is een opvallende onderlinge afhankelijkheid tussen de gebruikers van sociale netwerken. Als ik het gedrag van mijn Facebook vrienden en Blackberry contacten vluchtig observeer kan ik ze in groepen indelen. De toon van de updates en posts en de frequentie zijn heel verschillend. De toon kan uiteenlopen van pittig, zoet tot prekerig, en de frequentie verschilt van a-la-minuut, tot af en toe en zelden. Ik ben tot de conclusie dat er vier opmerkelijke hoofdgroepen zijn.
Om te beginnen, zijn er de vrienden die prekerig posten. Zij staan bekend om hun motivatie- berichtjes, religieuze teksten en hun aanhoudende roep om ondersteuning voor de dagelijkse strijd tegen mishandeling, kanker en Downsyndroom. Deze groep vrienden doet over het algemeen niet mee aan de heftige discussies. Ik noem ze de “Buffers” omdat ze hard in het midden van een crisis een herinnering posten dat “we de wereld pas kunnen veranderen als wij ons zelf veranderen”. Posts van Buffers zijn zelden origineel. Ze worden door andere vrienden getolereerd, omdat ze positief en motiverend zijn en door mede-Buffers hoog aangeprezen. Buffers hebben een gezonde lust tot het posten van updates.
De tweede groep wordt gevormd door de vrienden die altijd in happyland verkeren. Meer bekent als de “Zoetjes”. Ze zijn de vriendelijkste gebruikers van Facebook en wensen ons elke ochtend een heel fijne en prettige werkdag toe. Ze zijn begaan met het lot van een ieder en zijn de eersten die je van harte beterschap toewensen, je feliciteren met je verjaardag en virtuele dorpen bouwen. Hun toon is altijd opgewekt en vol met positieve energie. Ze doen me denken aan de oude Javaanse oma van een schoolvriendin die altijd zorgzaam en vriendelijk vroeg of we al hadden gegeten. Ongeacht het antwoord kreeg je dan steevast een bord vol lekkers toegeschoven, waarna ze tevreden terug liep naar de keuken om een verse pot eten klaar te maken. Je weet niet echt wat ze met het overvriendelijk gedrag willen bereiken maar het is leuk en het stemt je meestal goed van binnen.
Dan heb je de “Pittige tanta”: deze vrienden zijn altijd rap van tong, grappig en brutaal en hebben over alles een mening. Ze maken zich schijnbaar niet al te veel zorgen over wat anderen van ze denken, zeggen wat op hun hart ligt en bemoeien in elke discussie. Zij zijn ook degene die plotseling van uit het niets een stevige krasse odo posten, waardoor je meteen weet dat ze op oorlogspad zijn. Deze vrienden zijn net als de collega’s van je moeder die je altijd probeert te ontwijken. Ze kennen iedereen en onthouden alles, praten luid en gebruiken scherpe taal met een hand in de zij. Daar is niets mis mee, zolang ze jou niet aanvallen. Ik noem ze de “Schreeuwers”. De hele wereld weet wat ze doen a-la-minuut. Ze schijnen een heerlijk onbezorgd leventje te leiden dat bestaat uit lekker eten, YouTube video’s bekijken en websites liken. Zij zijn het die als eerste commentaar leveren op een posts van een ander en op nieuwsberichten. Het lijkt alsof ze ons constant aan hun bestaan willen herinneren, opzoek naar goedkeuring, waardering en erkenning. Hoe ze ooit hun werk gedaan krijgen is een raadsel.
Tenslotte, hebben we allemaal minimaal een ping contact of Facebook vriend die zelden van zich laat horen. Ze posten beknopte status updates, en de wereld kan alleen maar raden naar wat ze uitspoken. Af en toe nemen ze de moeite om een post te liken of ze sturen je een pir-tifi smiley als reactie op een Blackberry update. Maar over het algemeen hoor en zie je ze niet. Vergis je niet, ze zijn net zo vaak op de sociale netwerken bezig als de Schreeuwers en de Zoetjes. Ik noem ze de “Gluurders”. Ze volgens alle updates op de voet en kunnen je tot in de details vertellen wie allemaal je vrienden zijn. Het zijn deze Gluurders die regelmatig hun Black Berry's and Facebook pagina checken en dan oprechte teleurstelling ervaren als er geen updates blijken te zijn.
Als Gluurder word ik vaak bedreigd door de Pittige Schreeuwers dat ze me zullen ont-vrienden, omdat ik nooit updates geef. Aan mijn mede-Gluurders wil ik meegeven: laat je niet pakken! Zowel de Gluurders als Schreeuwers weten diep in hun hart dat we afhankelijk zijn van elkaar. De Gluurders geven de Schreeuwers en lezend oog en de erkenning waar ze zo naarstig naar opzoek zijn. Op hetzelfde moment voorzien ze in hun eigen behoefte aan informatie en de laatste nieuwtjes en ondervinden ze hun eigen erkenning in de wetenschap dat hun rol onmisbaar is. En de Buffers en Zoetjes, die zorgen voor het gezonde evenwicht in deze hectische virtuele wereld.
De vraag die me het meest bezighoud is waarom elektronisch communiceren zo aanslaat? Waarom doen we zoveel moeite om persoonlijke communicatie te vermijden om het vervolgens zo creatief als maar mogelijk na te bootsen op het internet? We brengen onze liefde, genegenheid en onze misnoegen openlijk tot uiting, zonder de behoefte te hebben aan echt menselijk contact. Een kleine groep van de gebruikers van Facebook en Black Berry houdt contact met huisgenoten via dit medium. Logisch zal je wel denken, die praten wel als ze elkaar thuis tegenkomen. Niet dus. Blijkbaar zijn we eerder bereid om een persoonlijke negatieve ervaring te posten dan dat we het bespreken met naaste familie of huisgenoten. Proberen we hiermee real life emotionele uitbarstingen te ontwijken? Kan het zijn dat deze generatie niet zo goed weet om te gaan emoties en dan de sociale netwerken als uitweg gebruikt?
In de jaren 40 deed de psycho-analist R. Spitz een opmerkelijke vondst onder zuigelingen. Spitz ontdekte dat een baby die niet op tijd aangeraakt en geknuffeld wordt, langzaam wegteert en sterft. Dit noemde hij “emotionele ontbering”. Ook gedragswetenschapper Maslow toont hetzelfde aan met de behoefte piramide. Maslow stelt dat zolang de mens niet heeft kunnen voorzien in zijn basis behoeften, hij geen aandacht en energie heeft om andere hogere behoeftes aan te streven. Laten we ervan uit gaan dat de doorsnee gebruiker van sociale netwerken is voorzien van de basis behoeften zoals: lucht, water, voeding en vervolgens: veiligheid en bescherming in de vorm van een huis. Het volgende niveau waarop men zich dan moet focussen is liefde en de behoefte om ergens bij te horen en daarna de behoefte aan waardering en erkenning. Proberen we in onze behoefte ergens bij te horen en onze behoefte aan erkenning te voorzien via de sociale netwerken?
Een sociaal netwerk is een website of een internet media applicatie die gebruikers de ruimte geeft om een persoonlijke pagina te maken. De essentie van het ontwerp van sociale netwerken is de mogelijkheid om deze persoonlijke pagina’s aan elkaar te koppelen. Gebruikers moeten elkaar bevrienden voordat zij ervaringen en informatie met elkaar kunnen delen. Sociale netwerken zijn gratis in gebruik, mits we ons daarvoor registreren. Dit geeft het gevoel van exclusiviteit. Zelfs de laatkomers, zoals ik in geval met Black Berry, sluiten ons meestal aan om ook het gevoel te hebben dat we meedoen en er bijhoren. De onderlinge afhankelijkheid onder de gebruikers van de sociale netwerken, onderstreept onze behoefte om erkent en gehoord te worden. Gewoon lid worden van Facebook is niet voldoende; om de werkelijke persoonlijke voordelen van het lidmaatschap te ervaren, moeten we afhankelijk van onze karakter, in alle stilte de updates volgen of steeds aan het woord zijn.
De oudere generatie, Generatie X, die nu in de leeftijd van dertig tot midden vijftig is, heeft nog de strenge sociale waarden en normen meegekregen van voor de tweede wereld oorlog. De meesten mensen uit Generatie X komen uit grote hechtte gezinnen, en hebben geleerd op problemen samen aan te pakken. De opeenvolgende economische crises hebben Generatie X dan ook tot harde werkers gemaakt, die geleerd hebben om twee of meerdere banen te hebben zodat ze de eerst volgende crisis altijd een stapje voor kunnen blijven. Generatie X heeft zich vanwege de omstandigheden in hun jeugd goed leren aanpassen aan veranderingen. Het was de eerste generatie die gebruik maakte van elektronica, computers en de toegang tot snelle informatie via de radio, televisie en later internet. “Time is money” is een typische uitspraak voor Generatie X.
Generatie Y, echter, is opgevoed in kleine gezinnen waarin de ouders een of meerdere banen hebben. Ze groeit op zonder de constante drukkende bedreiging van economische crises en leeft in vergelijking tot de generatie daarvoor in relatieve weelde. Van jongs af aan wordt Generatie Y via hun ouders, blootgesteld aan de nieuwe informatie en communicatie methoden en geleerd dat tijd geld kost. Ze leren heel vroeg zelfstandig te zijn en oplossingen te bedenken voor problemen. Hierdoor wordt Generatie Y dus ook minder vaak geconfronteerd met dramatische emotionele uitbarstingen die met het hele gezin besproken moeten worden. Ze ontberen de ondersteuning van oudere broers en zusters en hebben vaak het gevoel nergens bij te horen. Er is immers geen traditioneel gezinsleven waarop ze kunnen terug vallen.
Gelukkig kan de mens zich aanpassen om in zijn basis behoeften te voorzien. Het goede voorbeeld van Generatie X, om hard te werken en zelfstandig te zijn, heeft Generatie Y perfectioneert; het zijn ook harde werkers, en daar boven op heel creatief. Zo creatief dat ze het tekort aan sociaal contact hebben opgelost door een virtuele wereld te creëren, waarin je steeds je zelf mag zijn en zoveel vrienden mag maken als je maar wil. Een plek waar iedereen je naam kent, waar je altijd welkom bent, waar er altijd wel iemand is die naar je luistert. Een wereld zonder strakke regels waardoor de creativiteit niet beperkt wordt. Alles mag en niets moet, zolang het maar efficiënt en kostend besparend is. Ze hebben een nieuwe kunstvorm gemaakt van multitasking en tijd is niet alleen geld maar ook rijp voor een nieuwe revolutie. Waarschijnlijk is dat dan ook de reden waarom grote delen van de oudere generatie ook driftig meedoen aan deze nieuwe trend.
Elektronisch communiceren, geeft uiteraard niet het zelfde gevoel als echt menslijk contact, maar virtueel contact is in elk geval beter dan helemaal geen contact. Want zonder dit contact zouden we vermoedelijk langzaam weg teren. Wil dat zeggen dat onze kwellende honger naar sociaal contact hiermee is gestild? Of is onze virtuele wereld slechts een oppepper, een drugs, die op de lage duur voor meer sociale problemen zorgt dan het communicatie tekort waaraan wij nu proberen te ontspannen?

3 opmerkingen:

  1. Nadischia, ik ben trots op je!
    Heel leuk gedaan!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wow, nice en realistisch. Ma tot welke groep hoor jij? :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. "De oudere generatie, Generatie X, die nu in de leeftijd van dertig tot midden vijftig is, heeft nog de strenge sociale waarden en normen meegekregen van voor de tweede wereld oorlog."

    Ik wist niet dat de Surinaamse samenleving op die manier door de tweede wereld oorlog is beinvloed. Of misschien schrijft de schrijfster vanuit een westers perspectief...

    BeantwoordenVerwijderen