maandag 9 januari 2012

Rudie, hij en ik


De haan van de buren had al driemaal gekraaid. Rudie lag tien minuten wakker, opgewonden in afwachting van wat komen zou. Gestommel, de geur van uitgeblazen lucifers bereikte hem door de dunne houten schotjes. Niet lang daarna de bruinzoete geur van zwarte thee. Ze maakte het altijd heel sterk zodat hij het met extra melk en suiker kon drinken. Nu, wist hij toen hij de grendels van de achterdeur hoorde schuiven. Zachtjes stapte Rudie in zijn blauwe badslippers, onder zijn nachthemd was hij verder naakt. Geklepper van opgestapelde wasteiltjes, hij kon nu veilig naar buiten, wist hij. De lucht was donkergrijs en fris, hier en daar wat roze strepen, de bloesems van de manjaboom roken scherpzoet. Rudie had geen tijd voor dat alles. Voorzichtig de oude verfblikken en autobanden omzeilend kwam hij er. Gezeten op het rijtje stenen kwam hij precies op ooghoogte met het gaatje. Ze stroopte net haar step-in naar beneden, die hield ze ook ’s avonds aan. Hij had haar ooit aan buurvrouw horen zeggen dat ze zich anders naakt voelde. Een massa donkerbruin geribbeld, drillend vlees. Grote slaphangende bergen met bijna zwarte toppen. Rudie wist dat ze zich zo voorover zou buigen, bukkend gooide ze dan altijd de eerste teil water over haar rug. Rudie nam zijn geslacht in de hand en begon zacht op en neer te bewegen. Erna kwamen de schuldgevoelens, nu was er alleen nog opwinding.

IRAIDA VAN DIJK - OOFT

Geen opmerkingen:

Een reactie posten