maandag 16 januari 2012

Wel, wat ik wil zeggen



‘De bevolking in deze gemeenschappen beschikt over onvoldoende technische kennis en motivatie om zelfs de eenvoudigste energiesystemen te onderhouden,’ besloot ingenieur Nijhorst zijn relaas. Er klonk onderdrukt gemompel vanuit het publiek en Mariska keek om in de richting waar het geroezemoes vandaan kwam. Een groep mannen op de laatste rij schudden heftig met het hoofd en gebaarden naar de spreker. Ze spraken op gedempte toon. Mariska vestigde haar aandacht weer op het podium. De aanwezigen waren nu in de gelegenheid vragen te stellen.
‘Zijn er al fondsen geïdentificeerd voor dit energieproject?’ vroeg een collega-journalist van Radio ABC.
Terwijl de spreker zich klaarmaakte om antwoord te geven, werd Mariska’s aandacht weer getrokken naar de achterste rij van de zaal. De mannen waren nog steeds dringend aan het overleggen.
‘Er is een vraag hier,’ zei een van de heren luid. De dagvoorzitter keek met opgetrokken wenkbrauwen zijn richting uit.
‘We willen graag dat de vragenronde ordelijk verloopt, kunt u uw naam doorgeven in de microfoon en uw vraag concreet stellen?’ vroeg hij op dringende toon.
De zwarte man stond op en liep naar de microfoon die in het midden van het gangpad was geplaatst. ‘Goedemiddag, mijn naam is Johanny Adipi.’ Hij sprak beheerst en met een licht accent. ‘Wel, wat ik wil zeggen toch, is dat ik naar meneer Nijhorst heb geluisterd. Maar wat meneer Nijhorst zegt, toch, is niet waar.’
Enkele gasten maakten verbaasde geluiden. De spreker ging rustig verder. ‘Want kijk waar ik woon, er zijn mensen die wel willen helpen.’
‘Meneer uh, Adipi, wat is concreet uw vraag?’
‘Ja, dus nee, even, dat zeg ik toch, wij willen wel meehelpen als het gaat om de ontwikkeling van het dorp. Daarom wil ik weten toch, als het project doorgaat, of die mannen samen willen werken met ons van het dorp.’
Hij stond zelfverzekerd achter de microfoon en sprak met een rustige warme stem. Uit niets bleek dat hij zich daarnet nog had zitten ergeren aan de opmerking van de ingenieur. Hij was keurig gekleed in een donkere broek met wit hemd en alleen zijn groene pet en glimmende zwarte huid verraadden dat hij niet bij dit gezelschap hoorde. Nadat hij zijn vraag gesteld had, liep hij met vloeiende passen terug naar zijn zitplaats achter in de zaal. Mariska zag hoe zijn makkers hem de hand schudden en tevreden op de schouder klopten. De overige aanwezigen fronsten hun wenkbrauwen of hadden een toegeeflijke uitdrukking op hun gezicht. Vol verwachting vestigde Mariska haar aandacht op de spreker. Ze was benieuwd naar zijn reactie.
‘Dank u wel meneer, dan gaan we verder. Aan wie kan ik nog meer het woord geven?’
Mariska was sprakeloos. Meneer Adipi en zijn gezelschap schudden meewarig het hoofd. Het publiek werd een beetje onrustig maar niemand reageerde toen bleek dat de spreker niet op de vraag zou ingaan. De volgende vraagsteller stond al achter de microfoon.
‘Ingenieur Zuilen hier. Alvast mijn complimenten voor de glasheldere presentatie. U gaf aan dat de opwekkingscapaciteit van de centrale…’

NADISCHIA SEMMOH

Geen opmerkingen:

Een reactie posten